Nieuws, roddels en loabekakkerij
Op 23 juli stond de 3e droogvaldag op het programma. Alhoewel de vooruitzichten er in het begin niet echt florisant uitzagen, bleek het een mooie, warme en zonnige dag te zijn.
Met een volle aak vertrokken we om 8.30 uit Den Oever. De wind stond helaas pal tegen, waardoor we op de motor door het Wieringerdiep motorden en met de stroom van de eb, bereikten we al vlot het Amsteldiep. Af en toe stak er een zeehond, vlak naast de aak zijn kop boven water om even te kijken of er wat te halen viel. Zeehonden zijn van nature nieuwsgierig en meestal levert motorgeluid(van vissende kotters) eten op.
De stemming was gezellig aan boord, René vertelde aan de hand van wat foto-materiaal over geschiedenis van de aak, het leven aan boord en het e.e.a. over de stand van zaken van de Waddenzee.
Het water zakte maar langzaam en toen het water tot ruim onder de knie kwam, stapte iedereen van boord, de één gewapend met pierenvork, de ander met een netje voor de mosselen en/of oesters. Het water was bij het instappen nog wat fris, echter voelde later lekker warm aan. Onderweg naar de mosselbank kwamen we heel wat verschillende planten en diertjes tegen. Omdat er nog heel wat water op de plaat stond, zag je verschillende postzegeltjes(jonge platvisjes) en garnalen wegschieten. Opvallend veel mannelijke krabben, ik vond maar twee vrouwelijke. Het aantal kwallen was behoorlijk minder dan de vorige keer. Eén oorkwal en één kompaskwal. Tussen de twee mosselbanken in was veel kokkelzaad gevallen. Als dat allemaal lekker groeien gaat kunnen we volgend jaar weer aan een maaltje kokkels zitten.
Het aantal knappe mosselen viel wat tegen, Zaad genoeg, maar weinig maatse mosselen. Wel waren er mooie maat oesters te vinden. Aangezien 't water hier snel op komt werd het tijd om naar de aak terug te lopen. Daar aangekomen werd er door een aantal dames lekker gezwommen aan de rand van de bank. Aan boord werden de voorbereidingen getroffen voor het koken van de mosselen. Ook waren er mensen die genoten van de lekkere rauwe oesters. Ze smaakten best.
Gelukkig konden we op de terugreis heerlijk zeilen. De stilte, het klotsende water, de wind door de zeilen en een geluidloze motor, het blijft genieten op die manier. Opeens stak er iets donkers de kop op uit het water en dook daarna weer onder, waardoor de rug tevoorschijn kwam. Het bleek een bruinvis te zijn, waarschijnlijk op spieringjacht. Pracht gezicht en jammer, dat ze zolang hun adem in kunnen houden, want we hebben hem of haar niet meer kunnen zien.
Om 19.00 uur lag de aak weer aan de kant in de haven van Den Oever en konden we terugkijken op wederom een gezellige en geslaagde droogvaldag.